Agora wordt gespeeld met 20 identieke stukken, waarvan
de ene kant lichtgekleurd is en de andere kant donker gekleurd.
De spelers beginnen met elk 10 stukken, die voor de ene speler met
de lichte kant naar boven worden gelegd, voor de andere met de donkere.
Het doel is de stukken van de tegenspeler te bekeren (om te draaien).
Het bord is een vierkante arena met drie niveaus. Stukken mogen
op elkaar gestapeld worden, maar ook onder elkaar geschoven. Hierbij
is het niveau belangrijk: stukken op hetzelfde niveau mogen zowel
op als onder elkaar. Voorts mag je ook stapelen op lager gelegen
stukken. Stapelen betekent dat je het stuk waarop je speelt, bekeert
(je mag het omdraaien). Een hoger gelegen stuk kan je niet bekeren
maar je mag je er wel aan onderwerpen: je schuift je stuk onder
dat van de tegenspeler, echter zonder dat het wordt omgedraaid.
Als je erin slaagt om er nog een tweede stuk onder te schuiven,
dan ben je in de meerderheid en bekeer je het bovenste stuk alsnog.
Ook belangrijk is dat niet alleen de drie niveaus van het bord van
tel zijn, maar ook de hoogte van de op elkaar gestapelde stukken,
waardoor je verschillende tussenniveaus krijgt. In het begin zal
je moeten wennen aan dit vernuftig spelsysteem, maar dat vernuftige
is dan ook de reden waarom Agora met geen ander spel te vergelijken
is. Zeer bijzonder.
Te koop in de HAS e-shop.
|